Let op UW zaak!!!

Nationale en regionale overheden stoten steeds meer taken af naar private ondernemingen vanuit de gedachte dat het goed is een scheiding aan te brengen tussen beleid en uitvoering. Een slager keurt immers niet zijn eigen vlees. Dat doet de klant! Maar de klant van de overheid is de burger. En is die nu gebaat bij die verzelfstandiging? Ik denk het niet, of althans niet zonder meer. En ik zal uitleggen waarom.
Organize Puzzle Showing Organization And ManagingDe gedachte achter verzelfstandiging is dat de politieke bemoeienis met de uitvoering zou moeten worden beperkt, om uitvoerende organisaties meer armslag, autonomie en flexibiliteit te geven om in te kunnen spelen op lokale voortdurend veranderende omstandigheden. Gesproken wordt in dit licht over de invulling van een bescheiden ‘regierol’ door de overheid om voldoende slagvaardig te kunnen optreden in de uitvoering. Tegelijkertijd kan evenwel worden vastgesteld dat overheden in Den Haag en Brussel in toenemende mate verantwoordelijk [zijn] voor regelgeving inzake allerlei uitvoerende processen. Verder wordt daarbij in algemene zin gezocht naar schaalgrootte voordelen op regionaal, nationaal en internationaal niveau wat zich vertaalt in een voorliefde om de behoeften van burgers te veralgemeniseren en tegemoet te treden met algemene oplossingen. Effect daarvan is dat de burger zich verloren voelt in een omgeving waarin de overheid weliswaar van alles bepaald, maar onbereikbaar is geworden en uitvoerende organisaties steeds groter (en logger) worden en zich tegenover de burger verschuilen achter centrale regelgeving. We kennen allemaal de problemen rond de HSL, de Fyra, de ICT bij de overheid, het onderhoud van het spoorwegennet e.d.. Dit zijn allemaal voorbeelden waarin de ‘regierol’ van de overheid onvoldoende was ingevuld om dergelijke problemen te kunnen voorkomen.

Kern van de problematiek is dat de burger nog steeds, los van de organisatorische constructie, zou moeten kunnen aankloppen bij de overheid over de levering van publieke diensten en dat ‘de overheid’ in algemene zin over die dienstverlening verantwoording moet kunnen afleggen. De politiek blijft immers eindverantwoordelijk. De eerder genoemde ‘regierol’ moet dus niet ‘bescheiden’ zijn maar ‘robuust’ in de zin dat overheden, en in het bijzonder het daarvan deel uitmakende ambtenarenapparaat, verstand van zaken moet hebben en houden van uitvoerende processen. Daarbij volstaat het niet klachten door te verwijzen naar ‘de uitvoering’.